Ik ben verliefd op Jan, maar hij niet op mij. Dus probeer ik indruk op hem te maken met onze apen. Mijn vader heeft het mannetje meegenomen uit Afrika en het vrouwtje kocht hij in een drierenwinkel. Daar zat het in elkaar gedoken in een papegaaienkooi. Doodziek was ze. ‘Dierenbeul,’ zou Jasmijn Kissebis schelden en dar geef ik haar groot gelijk in. Gelukkig liep het goed af: bij ons werd ze beter en ze kreeg zelfs een jong. Met Jan loopt het niet goed af: hij vindt de apen leuk maar wordt verliefd op een ander meisje.
